Boek over de organisatie voor hulp aan onderduikers in het district Hoogeveen
Hoogeveen-Bijna 80 jaar na de oorlog, en pas nu lijken we volledig zicht te krijgen op wat er ín die oorlog is gebeurd. Dat kan, omdat er direct na de bevrijding verklaringen werden opgesteld door de actieve medewerkers van de LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) en de LKP (Knok Ploegen). Al deze verklaringen zijn sinds kort openbaar. Het leidt ertoe dat je als onderzoeker van de ene verbazing in de andere valt. Je leest verklaringen, en ervaart gebeurtenissen, alsof je er bij was….
Nieuwlande had ruim 80 Joodse onderduikers. Noordscheschut bracht evenveel Joodse onderduikers onder dak. Dat was mogelijk, omdat er een organisatie op zat die wisselend 1000-1200 onderduikers van distributiebonnen voorzag, via het Distributie Kantoor in Hoogeveen en de Knokploeg van Hoogeveen, en dan nog al die bonnen die via andere kanalen binnenkwamen. Deze organisatie, 1000-1200 onderduikers kon opvangen, was het District Hoogeveen van de LO. De bonnen kwamen voornamelijk binnen via de plaatselijke afdeling van de LO te Hoogeveen. Deze werkte voor het hele district. Hoogeveen en Hoogeveners voorzagen 5000-6000 onderduikers in Drenthe van alle benodigdheden.
Deze Hoogeveners waren net als Johannes Post deel van de landelijke top. Ze overleefden het, en zijn daarom vergeten. Wie sneuvelde, werd na de oorlog op een voetstuk gezet. Doordat ze overleefden konden ze hun verklaringen opstellen, gecontroleerd door hun collega’s en onder leiding van landelijke coördinatoren. Al deze verklaringen zijn nu samengevat in een boek over de LO te Hoogeveen, zowel landelijk, als provinciaal, het district en de plaats. We lezen over Albert en Jos van Aalderen, Arnold Zandbergen, Freek de Jonge, Jaap Strijker, Hendrik Lip, Jan Naber en vele anderen. Zonder hun geschiedenis, is er geen beeld te geven van de geschiedenis van welk deel van het verzet in welke streek van onze gemeente dan ook.
Ere wie ere toekomt. Dat klinkt vanzelfsprekend. Dat doe je toch gewoon? Zo gewoon is dat niet. Je moet namelijk wel weten wat er is gebeurd. Dat moet je actief in herinnering houden. Voor je het weet gaan er belangen spelen, worden er zaken centraal gesteld, die anderen in de schaduw zullen zetten.
Ere wie ere toekomt. Daarvoor is een heldere geschiedschrijving nodig. In deze studie zijn de ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog zelf aan het woord. De mensen van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers in Hoogeveen, zowel plaatselijk, als van het District Hoogeveen,als provinciaal en landelijk actief.
Ere wie ere toekomt. Uiteindelijk is die voor iedereen, alle leidende personen en alle medewerkers en gastgezinnen, in het héle district.
Foto: Paula Bansema