
Hoogeveen, 22 juni 2025 – Gisterenavond kreeg Larry Meyer uit Hoogeveen een Koninklijke onderscheiding van de burgemeester Martijn Breukelman tot lid in de Orde van Oranje-Nassau in paviljoen Nijstad
Dames en heren, beste aanwezigen, geachte heer Meyer,
We zijn hier met z’n allen in paviljoen Nijstad. Natuurlijk een prima plek. Maar nog liever had ik in de Larry Meyer Dojang gestaan. Een plek die uw naam draagt met eer. En een naam die op zijn beurt ook die plek eert.
Het is een ruimte vol zweet, discipline, groei, vallen en weer opstaan. Een plek waar generaties kinderen en jongeren sterker zijn geworden, in lijf én in geest. Waar zelfvertrouwen wortel schiet, waar respect geoefend wordt en waar grenzen worden verlegd, met zorg, met wijsheid, met liefde. Een zaal die zoveel méér is dan een sportzaal. Het is een ruimte van vorming. En het zou bij uitstek dé plek zijn om stil te staan bij wat één mens in een leven kan betekenen voor zovelen. Ware het niet dat we er niet met z’n allen in passen. Dus daarom vandaag Nijstad.
Meneer Meyer – of, zoals velen u kennen: Larry.
U stelt uw leven in dienst van anderen. Van jongeren vooral. Jongeren die niet altijd vanzelfsprekend hun plek konden vinden. Jongeren die struikelden. Die kracht misten. Structuur. Begrip. Of gewoon iemand die geloofde in wie ze konden zijn. En u was er.
In de Dojang, in het klaslokaal, op de mat, in de wandelgangen. En altijd met uw hele hart. Ik mag wel stellen dat u heel veel kinderen en jongeren een kans heeft gegeven die zij anders niet hadden gehad. We zijn in Hoogeveen al jaren bezig met het vergroten van de kansengelijkheid van alle jongeren. Zodat ze hun talent kunnen benutten. En toen we daaraan begonnen wisten we dat het een generatie duurt om dat voor elkaar te krijgen. Maar u bent hierin een voorloper.
Uw aanpak is diepgeworteld in de principes van de training Rots en Water. Mag ik vandaag uw indrukwekkende levenswerk eren, langs de kernwaarden die u zo vaak zelf hebt onderwezen?
De eerste waarde is zelfbeheersing. Wie aan taekwondo denkt, denkt misschien aan kracht. Maar wie bij u traint, leert dat de grootste kracht begint met beheersing van jezelf. U leerde kinderen dat je pas écht sterk bent als je jezelf niet hoeft te bewijzen ten koste van een ander. Als je je woede kunt temmen, als je niet uit instinct reageert, maar bewust kiest.
In het klaslokaal, op het RSG Wolfsbos, zag u jongeren die zoekend waren. En u was kalm. Vaste grond. Een rots. U gaf structuur, ritme, duidelijkheid. Je mag zijn wie je bent. Je hoeft niet perfect te zijn, maar je moet wel jezelf in de hand houden. Daarmee gaf u hun meer dan een les: u gaf richting.
De tweede kernwaarde is zelfreflectie. Wat u zo bijzonder maakt, is dat u niet alleen kijkt naar gedrag, maar naar de mens erachter. U bracht jongeren in contact met hun eigen gevoelens, hun binnenwereld. In een tijd waarin veel jongeren overspoeld raken, door druk, beeldvorming, verwachtingen, was u degene die vroeg: Wat voel je? Wat wil je? Wat heb je nodig?
Of het nu ging om brugklassers die de overstap van basisschool naar middelbare school maakten, of jongeren die worstelden met sociale achterstand, uitsluiting of pesten, u gaf ze woorden, ruimte en spiegeling.
U maakte moeilijke thema’s bespreekbaar: groepsdruk, grenzen. En u deed dat nooit moralistisch. Altijd uitnodigend. Als een gids. Als water: meebewegend, vindingrijk, zacht waar nodig, maar altijd krachtig.
De derde en laatste kernwaarde is zelfvertrouwen. En dan misschien wel de kern van uw werk: het bouwen aan vertrouwen. U ziet wat er in jongeren zit, lang voordat zij het zelf zien. U hielp kampioenen naar de top, Europees, wereldniveau, maar minstens zo belangrijk: u hielp jongeren die zichzelf ‘geen sporttype’ vonden om hun eigen kracht te ontdekken. In uw lessen, of dat nu Nederlands was of een weerbaarheidstraining, zat steeds dezelfde boodschap verborgen: “Jij mag er zijn. Jij kunt iets. En ik zie je.” Voor velen was dat het verschil tussen afhaken of doorgaan. Tussen verloren raken of gezien worden.
En dan te bedenken dat u al sinds 1974 in deze mooie sport actief bent. Dat u zelf, na een zware beenbreuk, bent teruggekomen, sterker dan ooit. Uw eigen pad was niet zonder hobbels. Maar u maakte van uw weg een voorbeeld. U heeft als assistent-bondcoach een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van Taekwondo als topsport in Nederland. U was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de trainersopleidingen van de Taekwondo bond. Niet voor niets werd u benoemd tot bondsridder.
Voor velen, maar zeker ook uw familie, bent u een bron van trots. Van kracht die zacht is, van trouw die onverzettelijk is. Vandaag vieren we 40 jaar Sidokwan. Maar we vieren ook veertig jaar hartstocht, toewijding en onvoorwaardelijke inzet. Als hoofdtrainer. Als bondstrainer. Als bestuurslid, Als docent. Als mentor. Als bruggenbouwer. Als mens.
En hoewel u ongetwijfeld zult zeggen dat u het niet voor uzelf doet, dat u het doet voor de jeugd, voor de sport, voor de toekomst, willen wij u vandaag iets teruggeven.
En daarom voelt het voor mij als een grote eer om u namens Zijne Majesteit de Koning, namens de inwoners van de gemeente Hoogeveen, en allen hier aanwezig en zij die in ons hart zijn, u te vertellen dat het de Koning heeft behaagd u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Het is een onderscheiding voor mensen die zich op uitzonderlijke wijze inzetten voor de samenleving. En meneer Meyer, dát is precies wat u doet. En dat is wie u bent: uitzonderlijk.
Van harte gefeliciteerd.
…